newsletter-logo
newsletter-close

Roberto Zucco 2004

  • previous production
  • next production

'I believe in reincarnation. I think I had a good life before and I did not appreciate it. So I was sentenced to live this life in hell.'

(Solomon, Pollsmoor Prison, South Africa)

 

 

Radomira Dostal en Mieja Hollevoet willen met de acteurs van Stap enkele maanden werken rond 'Roberto Zucco' van Bernard Marie Koltés. Een hard, brutaal en in wezen tragisch stuk, gebaseerd op het ware verhaal van een moordenaar. Een stuk dat daarenboven vol donkere humor zit en vol woorden; woorden als wapens en wapens wanneer er geen plaats meer is voor woorden. Een stuk dat voor mensen die 'Woyzeck' hebben gespeeld niet ver van hun bed zal staan.

 

 

Zucco: Ik ben een normale en verstandige jongen, mijnheer. Ik heb niets opvallends. Zou ik u zijn opgevallen als ik niet naast u was komen zitten? Ik heb altijd gedacht: de beste manier om rustig te leven is om zo doorzichtig te zijn als glas... Het is een hele toer, doorzichtig te zijn, het is een vak; het is een oude, heel oude droom om onzichtbaar te zijn. Ik ben geen held. Helden zijn misdadigers. Er is geen held of zijn kleren zijn doordrenkt van bloed, en bloed is het enige ter wereld dat niet onopgemerkt voorbij kan gaan...Niets kan de loop der dingen veranderen, mijnheer. Ik ben als een trein die kalmpjes door een weiland gaat. En niets kan hem laten ontsporen.'

tijdlijn

Begin januari 2004 startten we met 8 voorstellingen in onze eigen zaal te Turnhout. Tot half mei 2004 speelden we 27 reisvoorstellingen in Vlaanderen.

 

credits

Regie :Radomira Dostal en Mieja Hollevoet
Muziek :Mauro Pawlowski
Licht :Harry Cole en Margareta W. Andersen
Videoprojectie : Cy Leong
Affiche :Michel Van Beirendonck
Fotografie :Koen Broos

Spel:

Ann Dockx

Katleen Frison

Jan Goris

Luc Loots

Annick Van Leeuwen

Nadine Van Miert

Rik van Raak

Gert Wellens

in de pers

De Standaard 14/01/04 - Elke Van Campenhout 2004

"De andersvalide acteurs van Theater Stap zetten weer een sterke prestatie neer. De harde confrontaties, de sexuele ruileconomie, de troosteloosheid van de grootstad: het wordt allemaal op zeer directe manier tastbaar. De ondertoon van sexueel geweld vertaalt zich in bevreemdende grappige latex outfits, slecht zittende bustiers en netkousen. Ook de keuze om het hele stuk te ensceneren tussen twee imposante dranghekken getuigt van een rigoureuze lezing. Hoewel de hekken bij elke scène verplaatst worden, ontstaat uit die verplaatsing telkens een nieuwe gevangenis. Een verlaten speelplein, een claustrofobisch metrostation, een desolaat fabrieksterrein of een afwerkplaats voor tippelaarsters. De verlorenheid komt in het ensemblespel compleet tot zijn recht. De vaak erg verrassende omgang van de acteurs met tekst en lichamelijkheid, maakt van de voorstelling meer dan een eenduidige tekstinterpretatie. Wat zich toont in de slecht zittende kostuums, de eigenzinnige tekstlezing en de nadrukkelijke aanwezigheid van de acteurs, is de onmogelijkheid om de complete verlorenheid in woorden te vatten. Opnieuw toont Theater Stap dat het een inspirerende partner kan zijn in het theaterveld."

De Morgen 12/01/04 - Wouter Hillaert 2004

"Er is alvast één goede reden om Theater Stap een beetje te volgen. De mentaal gehandicapte, professionele acteurs worden met elke voorstelling beter. In 'Roberto Zucco' staan ze bewuster dan ooit op de scène en gaan ze soms moeiteloos met hun publiek aan de haal. Ze hebben daarvoor een unieke mimiek ontwikkeld, een vreemde combinatie tussen een groot sérieux en veel onderhuidse ironie ... Toch is deze 'Roberto Zucco' in de eerste plaats schraal gehouden. Het duister waarin de stukken van Koltès steevast spelen, bepaalt het hele toneelbeeld. Nooit meer dan een paar spots lichten schimmige vlakken uit, en ook de speciaal gecomponeerde soundtrack van Mauro Pawlowski is donker. Het roept een mysterieuze, nachtelijke sfeer op, als in een film noir die ook een thriller is. Ze klopt tevens mooi, die lijzige spanning ... Zo is 'Roberto Zucco' vooral een sterk tableau geworden van personages op drift, en minder de algemene levensanalyse die Koltès erin stak. Niet dat de voorstelling niet meerduidig zou zijn, maar dat heeft dan vooral te maken met de specifieke uitbeelding die de Stappers eraan geven. Afstandelijk en direct, tegelijk vlak en voelbaar spelen ze. En net de speciale sfeer die dat in de zaal oplevert, voegt wel degelijk iets toe aan Koltès."