Catherine begon haar carrière bij Theater Stap in 1992 en speelde mooie rollen in vele uiteenlopende producties. Bij enkele producties koesteren we bijzondere herinneringen aan haar.
In het boek 'van Medea tot Korea' (dat zal verschijnen in oktober 2025), tekent Marc Bryssinck in haar naam deze herinneringen op:
over 'de opgezette vogel':
Luc was Marco, Marc was zijn jongere broer Annibale en ik was Lilly, de vrouw die de jongste broer verleidde en hem daardoor in zijn ongeluk stortte. Met ne logopedist hebben wij keihard op taal gewerkt. Wij waren fier om zoveel tekst te hebben. Eigenlijk deden wij dat graag. Honderd keer dezelfde zinnekes. Herhaling is niet dodelijk. Integendeel.
Wij werden uitgenodigd door de universiteit van Padua. Wij stonden al om acht uur ’s avonds gereed, maar dan waren de mensen nog pizza’s aan het eten op de terraskes. Het was ontzettend warm en de zaaldeuren bleven open. Om een of andere reden was er geen directe terugvlucht mogelijk en zaten wij twee dagen vast in Venetië. Met ne knappe gondelier en lekkere gelato. Toen wist ik zeker dat acteren mijn roeping was.
over 'ik lief':
Lies Van Assche heeft ne film van mij gemaakt: ‘Ik Lief’. Over hoe dat ik hoopte ooit iemand tegen te komen met wie dat ik mijn leven kon delen. Over wat er in mijn hartje allemaal omgaat, als ge het over de liefde hebt. L’amour. Ik ben in Brussel geboren en spreek ook Frans, de taal van de liefde. Die taal en die mensen hebben dikwijls iets melancholique, zoals ik. Wanneer dat ik iemand leer kennen, een stagiaire, bijvoorbeeld, met wie dat het heel goed klikt, komt er al iets verdrietigs over mij, want dan denk ik al aan het moment dat die gaat stoppen en dat wij mekaar niet meer gaan zien.
Voor die documentaire hebben we bekende scènes nagespeeld. Den Titanic filmden we op de Flandria. En voor John Travolta en Olivia in Grease gingen we naar de Sinksenfoor. Ik heb ook een dagboek bijgehouden met ne camera in mijn slaapkamer. Die filmkes zijn ook gebruikt. Maar meer nog dan over beelden gaat het in ‘Ik Lief’ over wat ik zeg. De woorden die ik kies. En zo kwam Lies op het idee om nog teksten te verzamelen, liefdesgedichten, geschreven door mensen met een beperking.
over 'de bank':
Iedereen speelde een typeke en ik mocht een Frans chanson zingen, dat is mijn lievelingsmuziek. ‘De Bank’ werd geselecteerd voor het Theaterfestival, waar de beste voorstellingen van het jaar te zien waren. Kort daarna kregen we een uitnodiging om naar Isfahan te gaan. Mijn ouders spraken hun twijfel uit. Ik heb een broer in Chicago, die wij regelmatig bezoeken. Wij informeerden ons en hoorden dat de Amerikaanse douane moeilijk deed als ze die stempel van Iran in uw paspoort zien. Maar ja, ik ging daar wel om te werken. Ik wilde dat wel niet missen.
Wij moesten nen hoofddoek dragen, vanaf dat wij onze hotelkamer uitkwamen. Ook op het podium droegen wij zo’n sjaaltje. Dat van mij was zwart zoals mijn kostuum. Gitte had een wit, want die droeg een wit kleed. In de moskee mochten wij op plekken komen waar dat niemand mocht komen. Ik had dat al eens meegemaakt. Bij een rondleiding in de Joodse synagoge in Antwerpen mochten wij ook via speciale deuren achter de schermen kijken. Ik denk dat wij iets speciaals hebben.